fbpx

De Calathea

Calathea

De Calathea is een prachtige plant met een unieke uitstraling. Zo zijn er heel wat tips om het meeste te halen uit je Calathea! 

De Calathea: lees er alles over

 

De Calathea

Calathea’s zijn planten die een echte tropische sfeer uitademen. Ze bestaan in enorm veel mooie soorten. De bladeren hebben vaak mooie, uitgesproken bladpatronen. De tekeningen gaan van roze tot groene strepen en gekleurde randen. De bladeren zijn ovaal of langwerpig, paars of groen, maar allen met een mooi patroon.

Oorsprong

Van oorsprong komt de Calathea uit de oerwouden van het Amazonegebied in Zuid-Amerika. De Calathea groeit daar van nature op de bodem van de jungle. De naam kreeg de plant in 1818 en stamt af van het Griekse woord “Kalathos”, oftewel mand of korf. Wellicht omdat de indianen de lange bladeren gebruikten om er manden van te maken. Anderen vermoeden omdat de bladeren uit een mandvormige “koren” komt. 

Verzorging

Water geven

In het regenwoud is de Calathea gewend om vaak water te krijgen. Het vraagt een beetje oefening om je Calathea goed te leren kennen. De vuistregel is: vaker kleine beetjes water geven. Krijgt hij te weinig water, dan gaan de bladeren vanzelf slap hangen. Ook krullende bladeren is een teken dat de plant te weinig water krijgt. De Calathea vindt het heerlijk als er op de bladeren wat water besproeid wordt. 

 

Maar dat wil niet zeggen dat je geen schade doet met te veel water. De Calathea vindt het niet fijn om in een waterplas te staan, want dan krijgt hij te veel water en is er kans op wortelrot. Controleer zelf hoe droog de grond is door je vinger met twee knokkels diep in de grond te steken. De grond lichtjes vochtig houden is meer dan voldoende. Is de aarde toch te nat? Dan is het belangrijk om de aarde goed te laten opdrogen. Zo staan de wortels niet te lang in natte aarde. Hoe vaak water geven aan de Calathea is afhankelijk van het seizoen. In de zomerperiode is het verstandig om de plant tweemaal per week water te geven. In de winter mag je gerust wat minder vaak water geven.

Een plekje kiezen

Veel zonlicht heeft de Calathea niet nodig in een dichtbegroeid regenwoud. De hoge bomen houden de directe zon weg en er vallen maar enkele stralen licht door het bladerdek naar beneden. Zet de Calathea van de lente tot en met de herfst in de halfschaduw. In de winter mag je de plant verplaatsen naar een lichte plek, uit direct zonlicht. Te veel zonlicht verbrandt namelijk het blad, waardoor bruine randen op de bladeren ontstaan. Een ander signaal dat je plant te veel licht krijgt, is wanneer de bladtekening vervaagt. Zet je plant ook niet te donker. Dan gaan de bladeren hangen en stopt je plant met groeien. 

 

Met een plaatsje aan een noordgericht raam doe je hem het meeste plezier. Voor een raam dicht bij een andere windrichting plaats je hem best een paar meter van het raam weg. De plant is tropische warmte gewend, dus hij staat graag in een warme ruimte. Maar hij verlangt wel naar een hoge luchtvochtigheid. Vermijd daarom een plaats dicht bij de radiotor en vermijd tocht ten allen tijde.